De afgelopen jaren werd er jaarlijks zo’n 14 miljard kilogram melk geproduceerd. Ongeveer 65%, dus bijna twee derde, van deze melk wordt verwerkt tot zuivelproducten voor het buitenland. Voornamelijk naar Duitsland, België en Frankrijk. De zuivelexport is van belang voor de Nederlandse economie. De export van zuivelproducten leverde in 2022 ongeveer 10 miljard euro op.
Dat kun je zien aan het keurmerk voor weidemelk. Als dit keurmerk op de verpakking staat, betekent dit dat het zuivelproduct gemaakt is van weidemelk. Dat wil zeggen dat de melk afkomstig is van boerderijen waar de koeien van het voorjaar tot in het najaar ten minste 120 dagen per jaar, minimaal 6 uur per dag in de wei lopen.
Op de website van Duurzame Zuivelketen vind je hier allerlei informatie over.
Het beroemdste melkmeisje ter wereld is het melkmeisje op een schilderij. Het is een heel oud schilderij, geschilderd in 1660 door Johannes Vermeer. Vermeer is een wereldberoemde Nederlandse schilder uit de Gouden Eeuw.
Eigenlijk is het geen melkmeisje. Een melkmeisje is namelijk een meisje dat melk bij de mensen thuis brengt. Net zoals de melkboer vroeger aan de deur kwam. Op dit schilderij staat eigenlijk een dienstmeisje dat witte vloeistof in een kom schenkt.
En wat is die witte vloeistof dan? In de Gouden Eeuw dronk men karnemelk of ‘zoete melk’ (verse melk die zoeter smaakt dan karnemelk). In de stad dronk men meestal karnemelk omdat dit langer houdbaar was. Johannes Vermeer woonde in de stad Delft, dus waarschijnlijk schenkt de meid op dit schilderij karnemelk.
Het schilderij hangt in het Rijksmuseum in Amsterdam. Weet je waarom het zo beroemd is? Omdat Vermeer zo goed kon schilderen dat het schilderij net een foto lijkt. Het is heel knap van Vermeer dat hij het licht dat door het raam schijnt zo goed heeft geschilderd. Zelfs de schaduwen kloppen helemaal!
Kijk maar naar het filmpje:
De Europese Unie heeft Gouda en Edammer kaas een ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ gegeven. Een kaas met dit logo erop wordt gemaakt van melk van koeien op Nederlandse grond, volgens eeuwenoud Nederlands recept en op houten planken in Nederland gerijpt. Gegarandeerd écht uit Nederland dus!
Nederland is vooral door de geografische ligging een echt zuivelland. De combinatie van voldoende neerslag, een rijke bodem en zachte winters vormen de optimale omstandigheden voor de teelt van gras. En laten koeien nou dol zijn op gras; ze eten iedere dag tussen de 40 en 60 kilo van het groene goedje. Ook voelen de koeien zich erg op hun gemak in ons zeeklimaat. De relatief koele zomers in Nederland zorgen ervoor dat de dames zo vaak mogelijk naar buiten kunnen. Mede door deze goede omstandigheden kunnen we in Nederland.
De afgelopen jaren werd er jaarlijks zo’n 14 miljard kilogram melk geproduceerd. Ongeveer 65%, dus bijna twee derde, van deze melk wordt verwerkt tot zuivelproducten voor het buitenland. Voornamelijk naar Duitsland, België en Frankrijk. De zuivelexport is van belang voor de Nederlandse economie. De export van zuivelproducten leverde in 2022 ongeveer 10 miljard euro op.
In Nederland wonen de langste mensen ter wereld. Maar hoe komt het dat wij gemiddeld zo lang zijn? Omdat we zoveel melk drinken? Gedeeltelijk. Wetenschappers vermoeden inderdaad dat Nederlanders zo lang zijn door datgene wat ze eten en drinken. En in ons geval is dat onder andere veel melk, kaas, yoghurt en andere zuivelproducten. In zuivel zit veel eiwit en kalk. En ja, dat is bevorderlijk voor je groei. Maar… je genen spelen nog altijd de grootste rol wat betreft je lengte. Daarnaast speelt de welvarendheid van de plek waar je opgroeit natuurlijk ook een grote rol.
Nederlanders zijn dol op kaas. Een Nederlander eet gemiddeld zo’n 17 kilo kaas per persoon per jaar. Toch zijn er veel landen in Europa waar ze meer kaas eten dan wij. Denen, Fransen en Duitsers eten respectievelijk 28, 26 en 24 kilo kaas per persoon per jaar.
Nederlanders worden geregeld kaaskoppen genoemd. Dat klopt natuurlijk ook, want we eten het graag, en onze Nederlandse kaas is wereldberoemd. Maar waar komt die bijnaam ‘kaaskoppen’ echt vandaan? Volgens onderzoekers stamt de bijnaam uit de tijd van Napoleon. Toen de Franse soldaten onze Goudse kazen dreigden te stelen, staken de Hollandse kaasboeren daar heldhaftig een stokje voor. Om hun hoofd tijdens de strijd te beschermen maakten zij helmen van de kaasvaten. Sindsdien worden kaasboeren ook wel kaaskoppen genoemd, en is deze geuzennaam eigenlijk voor alle Nederlanders.
Zoals je misschien wel verwacht met zulke enorme export en omzet getallen is de Nederlandse zuivelsector erg groot. Het zorgt niet alleen voor een enorme omzet, maar ook voor veel werkgelegenheid. Zo zijn er in Nederland circa 14.700 melkveehouderijen actief, maar met onder andere de verwerking en transport van de zuivel meegerekend zorgt de Nederlandse zuivelsector in totaal voor zo’n 46.000 voltijdbanen.
De zuivelsector is in Nederland onder andere zo succesvol door ons gunstige klimaat, de strategische ligging in Europa met een goede infrastructuur én de stijgende internationale vraag naar kwalitatief goede zuivelproducten.
De inwoners van Nederland worden ook wel kaaskoppen genoemd. Nederlanders eten gemiddeld ongeveer 17 kilo kaas per jaar. Niet meer dan onze buurlanden, want Fransen eten gemiddeld 26 kilo kaas per jaar en Duitsers 24 kilo. In Nederland eten we gemiddeld zo’n 50 gram per dag. Dat is ongeveer zo’n 2 à 3 plakken kaas op je brood. Dat komt redelijk overeen met de gemiddelde aanbeveling van het Voedingscentrum als je daarbij kiest voor 20+ of 30+ kaas. Een blokje kaas tussendoor is natuurlijk ook lekker.
Volgens de laatste gegevens zijn er nog 5 kaasmarkten in Nederland. Deze toeristische trekpleisters worden gehouden in Gouda, Alkmaar, Edam, Hoorn en Woerden.
Op de markten van Gouda en Woerden wordt nog echt gehandeld in kaas. De andere drie kaasmarkten zijn evenementen met toeristische demonstraties, met daar omheen kraampjes van waaruit typisch Hollandse spullen worden verkocht zoals klompen. En kaas natuurlijk.
Hieronder vind je meer informatie over de 5 kaasmarkten. Klik op een plaatsnaam, dan kom je op een speciale website:
De Europese Unie heeft Gouda en Edammer kaas een ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ gegeven. Een kaas met dit logo erop wordt gemaakt van melk van koeien op Nederlandse grond, volgens eeuwenoud Nederlands recept en op houten planken in Nederland gerijpt. Gegarandeerd écht uit Nederland dus!
Nederland is vooral door de geografische ligging een echt zuivelland. De combinatie van voldoende neerslag, een rijke bodem en zachte winters vormen de optimale omstandigheden voor de teelt van gras. En laten koeien nou dol zijn op gras; ze eten iedere dag tussen de 40 en 60 kilo van het groene goedje. Ook voelen de koeien zich erg op hun gemak in ons zeeklimaat. De relatief koele zomers in Nederland zorgen ervoor dat de dames zo vaak mogelijk naar buiten kunnen. Mede door deze goede omstandigheden kunnen we in Nederland.
De afgelopen jaren werd er jaarlijks zo’n 14 miljard kilogram melk geproduceerd. Ongeveer 65%, dus bijna twee derde, van deze melk wordt verwerkt tot zuivelproducten voor het buitenland. Voornamelijk naar Duitsland, België en Frankrijk. De zuivelexport is van belang voor de Nederlandse economie. De export van zuivelproducten leverde in 2022 ongeveer 10 miljard euro op.
Zoals je misschien wel verwacht met zulke enorme export en omzet getallen is de Nederlandse zuivelsector erg groot. Het zorgt niet alleen voor een enorme omzet, maar ook voor veel werkgelegenheid. Zo zijn er in Nederland circa 14.700 melkveehouderijen actief, maar met onder andere de verwerking en transport van de zuivel meegerekend zorgt de Nederlandse zuivelsector in totaal voor zo’n 46.000 voltijdbanen.
De zuivelsector is in Nederland onder andere zo succesvol door ons gunstige klimaat, de strategische ligging in Europa met een goede infrastructuur én de stijgende internationale vraag naar kwalitatief goede zuivelproducten.
Over hoeveel uiers een koe heeft, kunnen we heel kort zijn. Een koe heeft één uier. Máár deze uier heeft wel meerdere spenen. Een koe uier heeft namelijk 4 spenen. De uier van een koe is namelijk verdeeld in 4 delen, ook wel kwartieren genoemd. Ieder kwartier heeft een eigen speen.
Een koe slaapt slechts twee tot drie uur per dag. Hiervan is ze maar één tot anderhalf uur in diepe slaap. Daarnaast rust een koe veel op een dag, namelijk zo’n 10 tot 15 uur per dag.
Een koe heeft 4 magen, omdat gras heel moeilijk verteert. Zonder te kauwen slikt de koe haar eten door. Dit voedsel (vooral gras) komt eerst in de pens, dat is de grootste maag van de koe. Als die pens vol is, komt het gras in kleine stukjes terug in de bek van de koe. De koe kauwt dit eten nog een keer en slikt het weer door. Dan is het klein genoeg voor de netmaag. Hier wordt het gras verteerd en gaat het door naar de boekmaag. De boekmaag is de derde maag en die haalt het vocht uit het voedsel. Daarna wordt het eten in de lebmaag heel fijn gemaakt, zodat het door kan naar de darmen van de koe. De darmen halen alle belangrijke voedingsstoffen uit het gras en zorgen dat die in het bloed van de koe komen. Via het bloed komen die voedingsstoffen op alle plekken van het lichaam waar de koe ze nodig heeft. Ook in de uier. En daar maakt de koe er melk van.
De meeste melkveehouders kiezen ervoor om na de geboorte koe en kalf te scheiden. De belangrijkste redenen hiervoor zijn het welzijn en de gezondheid van de koe en het kalf. Een pasgeboren kalf heeft namelijk nog een lage weerstand. Het is daarom belangrijk dat het na de geboorte zo snel en zoveel mogelijk melk van de moederkoe krijgt. Deze melk heet biest en zit boordevol voedingsstoffen die het kalf beschermen tegen ziektes en infecties. Maar net als in de natuur schuilen in leven op de boerderij ook risico’s. Het kan zijn dat het kalf de uier van de moeder niet kan vinden, of dat de moederkoe niet genoeg biest aanmaakt. Of dat het moederinstinct niet sterk genoeg is waardoor de koe niet goed op haar kalf let. De melkveehouder kent deze risico’s, en kiest er daarom bewust voor om kalf en koe te scheiden. Door de zorg over te nemen, weet de boer of het kalfje genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt en worden andere risico’s vermeden. Het kalf is bijvoorbeeld kwetsbaar als het in de stal bij de moederkoe is, omdat daar andere grote koeien rondlopen en het kalf meer in contact komt met bacteriën in mest. Door hun lage weerstand kunnen kalfjes daar ziek van worden. De melkveehouder houdt daarom het kalf liever apart in een schone ruimte, zodat al deze risico’s voor het kalf worden verkleind. Daarnaast wil de melkveehouder dat zijn dieren zo min mogelijk stress hebben. Hoe langer de koe en het kalf samen blijven, hoe meer ze aan elkaar binden. Om beide dieren zo min mogelijk stress te geven, worden de koe en het kalf daarom vrij snel van elkaar gescheiden.
De eerste melk van de koe na de geboorte van het kalfje ‘biest’ wordt genoemd? Biest is dikker dan gewone melk en heeft een roomwitte kleur. Het zit boordevol eiwitten, vetten en afweerstoffen. Dat zorgt ervoor dat kalfjes een goede en gezonde start in het leven krijgen
Koeien hebben gele oormerken met daarop een nummer. Aan dat nummer kan de boer precies zien wie ze is. Dat nummer staat in het koeienpaspoort. Daarin staan ook de naam, geboortedatum en woonplaats van de koe. Van alle koeien in Nederland worden de nummers centraal bewaard . Zo weten we precies waar elke koe woont en waar de melk vandaan komt. Dat is belangrijk om te weten als er ergens iets niet goed is gegaan. Dan kan de lading melk snel worden opgespoord.
Als een koe een jong krijgt, noem je dat een kalf. Een kalf van 1 jaar is een pink. Een jonge koe die voor het eerst zelf een kalfje heeft gekregen, heet een vaars. En als het dier nog meer kalfjes heeft gekregen, dan heet ze een koe. Alleen als een koe een kalfje heeft gekregen, geeft ze melk.
Dat kun je zien aan het keurmerk voor weidemelk. Als dit keurmerk op de verpakking staat, betekent dit dat het zuivelproduct gemaakt is van weidemelk. Dat wil zeggen dat de melk afkomstig is van boerderijen waar de koeien van het voorjaar tot in het najaar ten minste 120 dagen per jaar, minimaal 6 uur per dag in de wei lopen.
Koeien zijn gelukkig als ze goed verzorgd worden en de leefomstandigheden fijn voor ze zijn. Maar het allergelukkigst worden ze toch wel als ze voldoende buiten kunnen grazen. Dat wil overigens niet zeggen dat ze het in de stal niet fijn vinden. In sommige stallen kunnen koeien zelf kiezen of ze binnen of buiten lopen en dan gebeurt het ook regelmatig dat koeien toch liever binnen blijven. Net als bij mensen eigenlijk.
Als je een koe melkt, dan knijp of pomp je melk uit spenen van de uier. Daar zitten namelijk de melkklieren. Melken kan met de hand, maar gebeurt vaker met de machine. Naast koeien kunnen ook geiten, schapen, paarden, ezels en zelfs kamelen gemolken worden. Maar alleen als het dier zwanger is of recent is geweest.
Melk die van de boerderij komt gaat naar de melkfabriek. Maar niet alle melk past natuurlijk in één fabriek. Daarom zijn er verschillende fabrieken in Nederland en hebben fabrieken vaak een andere eigenaar. Elke fabriek heeft een andere naam en probeert zoveel mogelijk melk te verkopen. Dat doet de fabrikant onder andere door melk in verschillende soorten verpakking aan te bieden. Veel verpakkingen hebben daarom een andere vorm of een andere kleur. Bovendien wil niet iedereen evenveel melk kopen. De een wil een liter, de ander twee liter en de volgende haalt liever elke dag een halve liter. Daarom zijn er zoveel verschillende pakken met melk.
De rauwe melk van de koe wordt door de boer opgeslagen in een tank op de boerderij. Een paar keer per week wordt die melk uit de tank opgehaald door een vrachtwagen van de melkfabriek. Alle melk die de fabriek binnen krijgt, wordt kort verwarmd tot 72 graden. Als dat is gebeurd zijn alle schadelijke bacteriën gedood en kun je de zuivelproducten langer bewaren. Dat proces van het verhitten noemen ze pasteuriseren. Waarom noemen ze dat pasteuriseren? Dat komt omdat dit is bedacht door een Franse scheikundige. Zijn naam? Louis Pasteur. Deze slimme man ontdekte dat schadelijke bacteriën niet bestand zijn tegen hoge temperaturen. De rauwe melk stroomt daarom in de machine langs stalen platen en wordt daarbij kort verwarmd tot 72 graden Celsius. En precies bij die temperatuur zijn alle bacteriën met eventuele ziektekiemen gedood.
Een klein deel van de melk die in de fabriek wordt verwerkt, wordt gesteriliseerd. Deze melk wordt verhit tot meer dan 100 graden Celcius. Boven het kookpunt dus. Als melk zo heet is geweest, dan zijn nog meer bacteriën gedood dan bij pasteuriseren. Daarom kun je gesteriliseerde melk veel langer bewaren en hoeft die niet in de koelkast. Dit soort melk wordt ook wel houdbare melk genoemd, en doen mensen bijvoorbeeld in hun koffie.
De afgelopen jaren werd er jaarlijks zo’n 14 miljard kilogram melk geproduceerd. Ongeveer 65%, dus bijna twee derde, van deze melk wordt verwerkt tot zuivelproducten voor het buitenland. Voornamelijk naar Duitsland, België en Frankrijk. De zuivelexport is van belang voor de Nederlandse economie. De export van zuivelproducten leverde in 2022 ongeveer 10 miljard euro op.
Dat kun je zien aan het keurmerk voor weidemelk. Als dit keurmerk op de verpakking staat, betekent dit dat het zuivelproduct gemaakt is van weidemelk. Dat wil zeggen dat de melk afkomstig is van boerderijen waar de koeien van het voorjaar tot in het najaar ten minste 120 dagen per jaar, minimaal 6 uur per dag in de wei lopen.
Een biologische melkveehouder gebruikt geen kunstmest en geen chemische bestrijdingsmiddelen op zijn bedrijf. Hij gebruikt alleen de mest van zijn eigen biologische koeien. De dieren hebben over het algemeen ook meer ruimte en krijgen alleen biologisch voer te eten.
Steeds meer boeren denken na over het energieverbruik op hun bedrijf. Dat kan best wat minder. Daarom doen ze bijvoorbeeld ’s avonds het licht in de stal wat eerder uit. En ze gebruiken ledlampen, want die zijn zuiniger. De melk die net uit de koe komt moet snel worden gekoeld in een speciale melkmachine. Die melkmachine moet hard werken om de melk te koelen. En als je hard moet werken krijg je het warm. Die melkmachine geeft dus veel warmte af. Die warmte vangt de boer op en gebruikt hij bijvoorbeeld om water mee op te warmen. En zo douchen de kinderen van de boer met water dat warm is gemaakt door de melkmachine. Dat is slim omgaan met energie die de natuur geeft! Melkveehouders wekken ook energie op met zonnepanelen op het dak en sommigen zelfs met een eigen windmolen. Zo zorgt de boer voor zijn eigen energie, maar soms ook voor de mensen die in de buurt wonen. Wist je trouwens dat er ook machines bestaan die energie kunnen opwekken uit koeienmest?
Ja, er zijn boeren die extra aandacht schenken aan de vogels in het weiland. Ze gaan bijvoorbeeld het gras pas maaien als de vogels er geen nesten meer hebben. Of ze zorgen dat het water wat hoger staat, zodat er plassen op het weiland komen te staan. Daar kunnen de vogels dan lekker drinken, uitrusten en in de omgeving eten zoeken.
Als je een koe melkt, dan knijp of pomp je melk uit spenen van de uier. Daar zitten namelijk de melkklieren. Melken kan met de hand, maar gebeurt vaker met de machine. Naast koeien kunnen ook geiten, schapen, paarden, ezels en zelfs kamelen gemolken worden. Maar alleen als het dier zwanger is of recent is geweest.
Nee, de boer kan net zo goed een vrouw zijn. Zij worden ook wel boerinnen genoemd, maar sommige vrouwelijke boeren willen liever gewoon ‘boer’ genoemd worden. Boer is dus eigenlijk een verzamelnaam voor iedereen die een agrarisch bedrijf leidt, of het nou een man of een vrouw is. Lees hier meer over de boerin.
De meeste boeren vinden het leuk om boer te zijn ja, anders hadden ze niet voor dit beroep gekozen. Wel verschilt het natuurlijk per persoon of dit beroep je ook echt aanspreekt of niet. Stel je werkt liever met computers, je staat niet graag vroeg op en je bent het liefst de hele dag binnen… dan is het boerenleven niet helemaal voor jou weggelegd.
Bij de meeste boerenbedrijven is er ook een woning op het erf gebouwd. Hier woont de boer, alleen of samen met zijn (of haar) geliefde en gezin. De boerderijen staan door heel Nederland, al zijn het er rondom de grotere steden wel een stuk minder dan op het platteland.
Een koe wordt doorgaans twee keer per dag gemolken. En omdat er tussen de eerste en tweede melkbeurt ongeveer 12 uur tijd moet zitten, is het wel zo handig om al vroeg te beginnen met de eerste melkbeurt. Als je pas eind van de ochtend met de eerste melkbeurt zou beginnen, dan betekent het ook dat je werkdag er pas tegen middernacht op zou zitten. En dat is natuurlijk niet handig! Daarnaast zijn de koeien vaste tijden gewend, dus is het wel zo prettig voor ze als ze elke dag rond dezelfde tijd gemolken worden.
Een boer werkt eigenlijk bijna de hele dag door, vaak klokje rond en ook op zondag gaat het werk gewoon door. Als een boer melkkoeien heeft staat hij al tussen 05:00 en 06:00 op voor de eerste melkbeurt. Als hij een melkrobot heeft gebeurt dit grotendeels automatisch, maar dat betekent niet dat hij dan lekker kan uitslapen. Hij staat evengoed vroeg op om te controleren of alles goed gaat en of alle koeien wel naar de robot gaan. Als de boer een melkmachine heeft moet hij deze zelf aansluiten op de uier van de koe, een stuk intensiever dus. De koeien worden twee keer per dag gemolken. Na de eerste melkbeurt moet er ongeveer 12 uur tijd tussen zitten, dus als de eerste melkbeurt om 06:00 uur ‘s morgens is, volgt de tweede om 18:00 uur.
Maar ook tussen de twee melkbeurten door moet er gewerkt worden. Er zijn altijd genoeg andere klussen te doen op de boerderij. Denk aan het voeren van de koeien en kalfjes, de stal en het melkapparatuur schoonmaken, mest uitrijden, het weiland maaien of het land inspecteren voordat de koeien naar buiten gaan. De werkdag van een boer is al met al erg lang en intensief, maar wel gevarieerd en leuk!
In Nederland zijn er aardig wat vrouwelijke boeren. In 2017 telde ons land zo’n 56.000 vrouwen die in de landbouw werken, wat neerkomt op een derde van alle landbouwmedewerkers. Het merendeel, ongeveer 47%, is werkzaam in de paardensector. Ongeveer 33% van de vrouwelijke boeren werkt in de melkveehouderij.
Bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/10/vrouw-stabiele-factor-op-boerderij
Dat ligt eraan wat je onder boerin verstaat. Als je het hebt over de vrouw van de boer, dan verschilt het per boerin waar en hoeveel ze werkt. Maar als je het hebt over ‘de vrouwelijke boer’, dan werkt ze net als elke boer bijna de hele dag door, vaak klokje rond. Zelfs op zondag gaat het werk gewoon door. Als een boerin melkkoeien heeft staat ze al tussen 5:00 en 6:00 op voor de eerste melkbeurt. Als de boerin een melkrobot heeft gebeurt dit grotendeels automatisch, maar dat betekent niet dat ze dan lekker kan uitslapen. Ze staat evengoed vroeg op om te controleren of alles goed gaat en of alle koeien wel naar de robot gaan. Als de boerin een melkmachine heeft moet ze deze zelf aansluiten op de uier van de koe, een stuk intensiever dus. De koeien worden twee keer per dag gemolken. Na de eerste melkbeurt moet er ongeveer 12 uur tijd tussen zitten, dus als de eerste melkbeurt om 06:00 uur ‘s morgens is, volgt de tweede om 18:00.
Maar ook tussen de twee melkbeurten door moet er gewerkt worden. Er zijn altijd genoeg andere klussen te doen op de boerderij. Denk aan het voeren van de koeien en kalfjes, de stal en het melkapparatuur schoonmaken, mest uitrijden, het weiland maaien of het land inspecteren voordat de koeien naar buiten gaan. De werkdag van een boerin is al met al erg lang en intensief, maar wel gevarieerd en leuk!
Als je een koe melkt, dan knijp of pomp je melk uit spenen van de uier. Daar zitten namelijk de melkklieren. Melken kan met de hand, maar gebeurt vaker met de machine. Naast koeien kunnen ook geiten, schapen, paarden, ezels en zelfs kamelen gemolken worden. Maar alleen als het dier zwanger is of recent is geweest.
De meeste boerinnen vinden het leuk om boerin te zijn ja, of ze nu zelf op de boerderij werken of er alleen wonen. Ze vinden het leuk om veel buiten te zijn en omringd te worden door dieren. Wel verschilt het natuurlijk per persoon of je dat echt leuk vindt. Als je liever in een drukke stad woont, graag binnen bent en niet van dieren houdt, dan vind je het waarschijnlijk niet zo leuk om boerin te zijn.
Nee, de boer kan net zo goed een vrouw zijn. Zij worden ook wel boerinnen genoemd, maar sommige vrouwelijke boeren willen liever gewoon ‘boer’ genoemd worden. Boer is dus eigenlijk een verzamelnaam voor iedereen die een agrarisch bedrijf leidt, of het nou een man of een vrouw is. Lees hier meer over de boerin.
Steeds meer boeren denken na over het energieverbruik op hun bedrijf. Dat kan best wat minder. Daarom doen ze bijvoorbeeld ’s avonds het licht in de stal wat eerder uit. En ze gebruiken ledlampen, want die zijn zuiniger. De melk die net uit de koe komt moet snel worden gekoeld in een speciale melkmachine. Die melkmachine moet hard werken om de melk te koelen. En als je hard moet werken krijg je het warm. Die melkmachine geeft dus veel warmte af. Die warmte vangt de boer op en gebruikt hij bijvoorbeeld om water mee op te warmen. En zo douchen de kinderen van de boer met water dat warm is gemaakt door de melkmachine. Dat is slim omgaan met energie die de natuur geeft! Melkveehouders wekken ook energie op met zonnepanelen op het dak en sommigen zelfs met een eigen windmolen. Zo zorgt de boer voor zijn eigen energie, maar soms ook voor de mensen die in de buurt wonen. Wist je trouwens dat er ook machines bestaan die energie kunnen opwekken uit koeienmest?
Ja, er zijn boeren die extra aandacht schenken aan de vogels in het weiland. Ze gaan bijvoorbeeld het gras pas maaien als de vogels er geen nesten meer hebben. Of ze zorgen dat het water wat hoger staat, zodat er plassen op het weiland komen te staan. Daar kunnen de vogels dan lekker drinken, uitrusten en in de omgeving eten zoeken.
Dat kun je zien aan het keurmerk voor weidemelk. Als dit keurmerk op de verpakking staat, betekent dit dat het zuivelproduct gemaakt is van weidemelk. Dat wil zeggen dat de melk afkomstig is van boerderijen waar de koeien van het voorjaar tot in het najaar ten minste 120 dagen per jaar, minimaal 6 uur per dag in de wei lopen.
Koeien zijn gelukkig als ze goed verzorgd worden en de leefomstandigheden fijn voor ze zijn. Maar het allergelukkigst worden ze toch wel als ze voldoende buiten kunnen grazen. Dat wil overigens niet zeggen dat ze het in de stal niet fijn vinden. In sommige stallen kunnen koeien zelf kiezen of ze binnen of buiten lopen en dan gebeurt het ook regelmatig dat koeien toch liever binnen blijven. Net als bij mensen eigenlijk.
Op de website van Duurzame Zuivelketen vind je hier allerlei informatie over.
Duurzaamheid is nu belangrijker dan ooit. Met het oog op de enorme CO2 uitstoot en de klimaatverandering als gevolg is het belangrijk dat we ingrijpen om dit terug te dringen. Duurzaamheid op het gebied van zuivelproductie is daar één manier van. Maar ook op het gebied van kleding, vlees, groente en verkeer valt er veel te winnen qua duurzaamheid.
CO2 is een broeikasgas dat van nature al in de lucht aanwezig is, maar waarvan de hoeveelheid de afgelopen 150 jaar flink is toegenomen door menselijke activiteiten. Denk aan uitlaatgassen van auto’s en vliegtuigen, verwerking van fossiele brandstoffen, maar ook van melkproductie (door de hoeveelheid methaan die koeien uitstoten). De broeikasgassen houden de warmte van de aarde vast waardoor de aarde opwarmt. Dit heeft weer gevolgen voor het smelten van ijskappen op de noord- en zuidpool, waardoor het waterniveau stijgt, het klimaat verandert en de weersomstandigheden extremer worden. De flinke stijging van CO2 is dus inderdaad slecht.
Er wordt momenteel nog volop onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om koeien minder CO2 te laten uitstoten. Zo wordt er onderzocht wat een koe het beste kan eten om minder uitstoot te veroorzaken, maar worden er ook zelfs speciale poeders ontwikkeld die ervoor zouden kunnen zorgen dat koeienadem (en boeren en scheten) klimaatvriendelijker wordt. Ondertussen moeten de melkveehouders al allerlei maatregelen nemen en zich aan regels houden om meer energie te besparen en minder uitstoot door mest te veroorzaken.
Dat ligt er maar net aan waar de sojabonen vandaan komen. Zolang er geen regenwouden worden gekapt om soja te kunnen telen heeft sojadrank zeker zo z’n voordelen. Voor de productie is namelijk minder land en water nodig dan voor de productie van melk. Ook is de uitstoot van broeikasgassen en meststoffen minder. Toch heeft sojadrank ook nadelen. Zo wordt er veel energie verbruikt voor het verwerken en koelen.
Kaas is gemaakt van melk. Heel veel melk. Voor 1 kilo kaas is 10 liter melk nodig. En hoewel melk gezonde voedingsstoffen voor jouw lichaam bevat, heeft massale melkproductie (en dus ook kaasproductie) ook nadelige effecten op het milieu. Want koeien moeten van nature nu eenmaal veel poepen en boeren laten. Dat is zijn broeikasgassen. Omdat we in de wereld de uitstoot van broeikasgassen willen verminderen, werken boeren er aan om er voor te zorgen dat de uitstoot van deze gassen beperkt blijft.
Als de koe is gemolken moet de melk worden bewaard totdat deze wordt opgehaald door de vrachtwagenchauffeur van de melkfabriek. Daarom heeft elke melkveehouder een koeltank. De melk wordt in de koeltank bewaard op een temperatuur van drie à vier graden. Eens per twee, drie dagen wordt de melk met een speciale tankwagen opgehaald. Dit vervoer noemen we de RMO (Rijdende Melk Ontvangst). Elke keer dat de melk wordt opgehaald, wordt een beetje melk apart gehouden voor onderzoek, dit noemen we een monster. De RMO-chauffeur is hier speciaal voor opgeleid. Hij beoordeelt de melk op geur, kleur en temperatuur. Als de melk volgens de chauffeur niet goed is, gaat ie niet mee in de tankwagen. De monsters worden vervolgens ook nog onderzocht door het onafhankelijke en gespecialiseerde laboratorium Qlip in Zutphen.
Een melkerij is een bedrijf waar koeien worden gemolken. Kortom, een ander woord voor melkveebedrijf of melkveehouderij.
Ja, wij denken vaak dat we uniek zijn, maar dat zijn we echt niet hoor. In het buitenland wonen heel veel boeren in net zoveel boerderijen. De een heeft melkkoeien, de ander heeft alleen paarden of varkens. Of kippen. Of hij verbouwt mais of tomaten. Net als in Nederland. Onze boeren zijn beroemd om de melk en vooral om de kaas die uit ons kikkerlandje komt.
De vrijloopstal is een nieuw type stal. Hier lopen de koeien vrij rond en ze bepalen zelf of ze buiten of binnen willen staan. Ook kiezen ze zelf wanneer ze gemolken worden door de melkrobot. De nieuwste technieken zorgen voor de automatische afvoer van de plas van de koe en de mest zakt automatisch door de vloer. Daarvoor zitten speciale openingen in de vloer.
Bij een potstal staan de koeien op een laag stro waar de koeien op poepen. Dit wordt alleen niet elke dag opgeruimd zoals in andere stallen, maar gewoon bedekt met een nieuwe laag stro. Hierdoor wordt de bodem van stro en mest steeds hoger. De potstal wordt uiteindelijk maar één of twee keer per jaar uitgemest. Deze mest wordt vervolgens over het weiland uitgestrooid.
Om hier antwoord op te krijgen moet je ver terug de geschiedenisboeken in. Maar waarschijnlijk is het afgeleid van het woord ‘boerenbedrijf’. Rond 1780 hadden steeds meer mensen het over ‘boerdery’ als ze spraken over de ‘boerenwoning’. En pas rond 1800 werd er niet alleen over boerderij gesproken, maar ook over geschreven. Dus jouw over-over-overgrootouders hadden het al over ‘de boerderij’. Het woord is nu dus al zo’n 240 jaar oud.
Op een boerderij wonen vaak niet alleen heel veel dieren. Ook staat er naast de stallen meestal een woonhuis op het boerenerf. Daar woont de boer of boerin. Soms alleen, soms met z’n tweeën of met een heel gezin. Per boerenbedrijf verschilt het of de boerin en de kinderen helpen op de boerderij. Als de boerenkinderen later ook boer of boerin willen worden helpen ze hun vader natuurlijk graag!
Bij de meeste boerderijen gaat bijna alle melk met een vrachtwagen naar een fabriek. Daar wordt de melk verwerkt, zodat wij melk, kaas, boter en andere zuivelproducten in de supermarkt kunnen kopen. Sommige boerderijen verkopen wel kleine hoeveelheden melk en kaas aan huis, maar niet allemaal.
Jazeker! Je kunt samen met jouw klasgenoten een boerderij bezoeken. Onze boeren vertellen je graag over hun werk en laten je zien hoe het is om op een boerderij te wonen. Ook mag je de boer zelf helpen en krijg je een paar leuke en leerzame opdrachten. Lijkt dit je leuk? Via de site van Boerderijeducatie Nederland kun jij of je juf/meester een afspraak maken met een van de 220 boerderijen die jouw klas graag ontvangen.
Jazeker! Hier vind je allerlei informatie voor je spreekbeurt, presentatie of werkstuk!
Melk is onderdeel van een gezonde voeding. Daarom staan halfvolle en magere melk ook in de Schijf van Vijf. Melk bevat veel voedingsstoffen die je nodig hebt, zoals vitamines, eiwitten en mineralen. Die voedingsstoffen dragen bij aan sterke botten, tanden en spieren en zijn belangrijk voor onder andere de aanmaak van bloed en een goed werkend zenuwstelsel.
Hoeveel melk je dagelijks het beste kunt drinken volgens de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum verschilt per leeftijdsgroep. Zo wordt volwassenen geadviseerd 300 tot 450 gram halfvolle of magere melk(producten) en 40 gram 20+ of 30+ kaas per dag te nuttigen. Maar voor tieners en 50-plussers ligt de aanbevolen hoeveelheid juist hoger, omdat zij meer calcium nodig hebben.
Kijk voor meer informatie op onze pagina over voedingsadvies.
VoedingsadviesDat ligt er maar net aan waar de sojabonen vandaan komen. Zolang er geen regenwouden worden gekapt om soja te kunnen telen heeft sojadrank zeker zo z’n voordelen. Voor de productie is namelijk minder land en water nodig dan voor de productie van melk. Ook is de uitstoot van broeikasgassen en meststoffen minder. Toch heeft sojadrank ook nadelen. Zo wordt er veel energie verbruikt voor het verwerken en koelen.
Omdat het lekker is. Dat lijkt een grap, maar daar begint het wel mee. Heel slimme mensen hebben uitgezocht wanneer mensen voor het eerst kaas zijn gaan eten en hoe ze op dat idee kwamen. Men denkt nu dat kaas is ontdekt door nomaden. Nomaden zijn mensen die geen vast huis hebben, maar steeds van plek naar plek reizen. Vroeger deden ze dat vooral met ezels, kamelen en paarden. Ze hadden melk bij zich en bewaarden die in zelfgemaakte zakken. Soms waren die zakken gemaakt van de maag van een kalf dat was doodgegaan. Omdat die magen met melk heen en weer slingerden tijdens het lopen van de ezel werd de melk na een tijdje steeds steviger. En uiteindelijk werd het kaas. Naja, niet de kaas die wij eten, maar wel iets dat daar op lijkt. Veel wetenschapers denken dat dit het begin is geweest van kaas. Er zijn ook onderzoekers die restjes melkvet vonden in kommetjes van mensen die zo’n 8000 jaar geleden leefden in landen die wij nu Roemenië en Hongarije noemen. We weten ook dat die mensen nog geen melk dronken, maar wel kaas maakten. En boter.
Buiten dat kaas erg lekker is, zitten er ook waardevolle voedingsstoffen in, zoals eiwitten, calcium en vitamines A, B en D. Er zit ook verzadigd vet in kaas. Om niet te veel verzadigd vet binnen te krijgen, adviseert het Voedingscentrum om kaas met een lager vetpercentage te eten. Daarom staan 10+, 20+ en 30+ kaas in de Schijf van Vijf.
Het Voedingscentrum raadt het niet aan om rauwe melk te drinken, omdat er risico’s aan verbonden zijn. Dit heeft ermee te maken dat er ziekmakende bacteriën, zoals listeria en salmonella, in de rauwe melk kan zitten. Rauwe melk kun je wel drinken wanneer je het van tevoren eerst kookt.
Gezonde en witte tanden beginnen met goede verzorging. Maar krijg je ook witte tanden door melk te drinken? Caro, Kiki en Eva-Marit vroegen het aan Naomi van As en weten nu het antwoord.
Melk die van de boerderij komt gaat naar de melkfabriek. Maar niet alle melk past natuurlijk in één fabriek. Daarom zijn er verschillende fabrieken in Nederland en hebben fabrieken vaak een andere eigenaar. Elke fabriek heeft een andere naam en probeert zoveel mogelijk melk te verkopen. Dat doet de fabrikant onder andere door melk in verschillende soorten verpakking aan te bieden. Veel verpakkingen hebben daarom een andere vorm of een andere kleur. Bovendien wil niet iedereen evenveel melk kopen. De een wil een liter, de ander twee liter en de volgende haalt liever elke dag een halve liter. Daarom zijn er zoveel verschillende pakken met melk.
Als de koe is gemolken moet de melk worden bewaard totdat deze wordt opgehaald door de vrachtwagenchauffeur van de melkfabriek. Daarom heeft elke melkveehouder een koeltank. De melk wordt in de koeltank bewaard op een temperatuur van drie à vier graden. Eens per twee, drie dagen wordt de melk met een speciale tankwagen opgehaald. Dit vervoer noemen we de RMO (Rijdende Melk Ontvangst). Elke keer dat de melk wordt opgehaald, wordt een beetje melk apart gehouden voor onderzoek, dit noemen we een monster. De RMO-chauffeur is hier speciaal voor opgeleid. Hij beoordeelt de melk op geur, kleur en temperatuur. Als de melk volgens de chauffeur niet goed is, gaat ie niet mee in de tankwagen. De monsters worden vervolgens ook nog onderzocht door het onafhankelijke en gespecialiseerde laboratorium Qlip in Zutphen.
Melk komt van de koe en is dus een supervers product. Als je verse producten niet in de koelkast zet, geef je bacteriën en schimmels de kans er in te groeien. En daar wordt melk niet beter van. Daarom: als je melk hebt gebruikt, zet het dan meteen weer terug in de koelkast. En zorg ervoor dat de koelkast op 4 graden staat. Dan blijft een aangebroken pak of fles melk sowieso drie tot vijf dagen goed. Check even de houdbaarheidsdatum op je pak, dan weet je zeker tot wanneer je melk goed is. Laat een pak melk tijdens de lunch dus liever niet een uur op tafel staan. Dat is niet handig. Elk uur buiten de koelkast betekent één dag minder lang houdbaar… Zonde!
Gepasteuriseerde melk is rauwe melk waar de ziekteverwekkende bacteriën uit worden worden gehaald tijdens het verwerkingsproces. Tijdens het pasteuriseren worden de eventuele schadelijke bacteriën vernietigd door de melk kort te verhitten tot een temperatuur van 72°C. Ook kan melk gesteriliseerd worden, in dat geval wordt de melk tot boven de 100°C verhit, waardoor de melk uiteindelijk ook langer houdbaar blijft.
De melk die wij in de supermarkt kopen wordt uiteraard niet zomaar in een fabriek gemaakt, maar door de koe via de melkklieren in haar uier. Oorspronkelijk is deze melk bedoeld om haar kalfjes te voeden, maar melkboeren zorgen ervoor dat ook wij hier van kunnen drinken. De boer melkt zijn koeien twee keer per dag. Deze melk wordt vervolgens tijdelijk opgeslagen, waarna de melk twee keer per week wordt opgehaald. De melk wordt dan naar de fabriek gebracht, waar ze er verkoopklare pakken melk, yoghurt, kaas of andere zuivelproducten van maken.
Benieuwd hoe de melk nou uiteindelijk van de koe tot in jouw koelkast terechtkomt? Hier lees je het stap voor stap!
Melk is onderdeel van een gezonde voeding. Daarom staan halfvolle en magere melk ook in de Schijf van Vijf. Melk bevat veel voedingsstoffen die je nodig hebt, zoals vitamines, eiwitten en mineralen. Die voedingsstoffen dragen bij aan sterke botten, tanden en spieren en zijn belangrijk voor onder andere de aanmaak van bloed en een goed werkend zenuwstelsel.
Als je een melkallergie hebt betekent dit dat je afweersysteem een allergische reactie geeft op de eiwitten die in de melk zitten. Gevolgen hiervan kunnen onder andere zijn: jeuk, darmkrampen, diarree, eczeem, astma en groeiachterstand (bij kinderen).
Meer lezen over verschillende allergieën en gezondheidsthema’s?
Gezondheidsthema'sHoeveel melk je dagelijks het beste kunt drinken volgens de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum verschilt per leeftijdsgroep. Zo wordt volwassenen geadviseerd 300 tot 450 gram halfvolle of magere melk(producten) en 40 gram 20+ of 30+ kaas per dag te nuttigen. Maar voor tieners en 50-plussers ligt de aanbevolen hoeveelheid juist hoger, omdat zij meer calcium nodig hebben.
Kijk voor meer informatie op onze pagina over voedingsadvies.
VoedingsadviesHet smeltpunt van boter ligt meestal tussen de 26 en 32°C.
Buiten voedingsstoffen heeft roomboter ook een vetgehalte dat tussen de 80 en 90% ligt. Dat is met name verzadigd vet. En omdat verzadigd erom bekendstaat niet goed te zijn voor de gezondheid, kun je er beter niet te veel of te vaak van eten. Er bestaan ook botersoorten met minder vet, zoals halfvolle boter met de helft minder vet. Als je gezond en gevarieerd eet, is het geen probleem om af en toe roomboter op je boterham te smeren. Het gaat om de juiste balans.
Boter en margarine lijken veel op elkaar als je ze naast elkaar ziet. Sterker nog, de meeste Nederlanders noemen ze vaak ook hetzelfde. Als jij vraagt: ‘Mag ik de boter even?’, dan kan dat echte boter (roomboter) zijn of margarine. Maar het zijn toch twee totaal verschillende producten. Boter wordt gemaakt van de melk van de koe. Margarine wordt niet van melk gemaakt, maar van oliën en vetten. Omdat boter van oorsprong wordt gemaakt van melk, noemen ze dat ook ‘echte’ boter, of roomboter.
De Europese Unie heeft Gouda en Edammer kaas een ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ gegeven. Een kaas met dit logo erop wordt gemaakt van melk van koeien op Nederlandse grond, volgens eeuwenoud Nederlands recept en op houten planken in Nederland gerijpt. Gegarandeerd écht uit Nederland dus!
Om kaas van melk te maken, moet de melk eerst ‘stremmen’. Dat is het proces waarbij de eiwitdeeltjes in de melk samenklonteren, zodat de melk heel dik wordt. Die dikke massa noemen we ‘wrongel’. Om het proces van stremmen op gang te brengen, gebruiken kaasmakers stremsel. Dat zijn speciaal geselecteerde enzymen die aan de melk wordt toegevoegd.
Wrongel is de dikke massa die ontstaat nadat de melk met zuursel en stremsel is vermengd. Deze wrongel komt terecht in een grote bak met draaiende messen. Hier wordt de wrongel versneden tot kleine korrels en verwarmd tot ongeveer 35 graden Celsius. Hierdoor wordt er als het ware steeds meer vocht uit de massa geknepen. Het is van belang dat de wrongelkorrels de juiste stevigheid, afmeting en gelijkmatigheid hebben. Als dit niet gebeurt kan de kaas bros worden of kan de smaak van de kaas worden aangetast.
Kaas is geel omdat in het melkvet van de koe een geel-oranje stofje zit dat caroteen heet. Dat caroteen zit in het gras dat de koe eet. Caroteen wordt door de koe doorgegeven naar de melk, en zit met name in het melkvet. Omdat caroteen verborgen zit in het melkvet is het pas zichtbaar als er kaas gemaakt wordt van de melk. Tijdens het rijpen van de kaas komt caroteen vrij en geeft het een gele kleur. In een vetrijk product zoals kaas zit daarom veel caroteen, en dus heeft kaas een gele kleur. Caroteen zit vooral in vers gras. Als de koeien in de winter op stal staan, eten ze geen vers gras, maar kuilgras. In dat kuilgras zit niet altijd evenveel caroteen als in vers gras. Om er voor te zorgen dat de kaas altijd mooi geel is, wordt daarom een natuurlijke kleurstof genaamd Annatto gebruikt bij de productie van kaas.
De EU behoudt en beschermt de hoogstaande kwaliteit door de gekeurde kaas te voorzien van een officiële zegel. Daarnaast zijn de keurmerken herkenbaar voor de consument, zodat die beter weet waar de kaas vandaan komt. De Europese commissie heeft de originele Gouda Holland kaas een speciale zegel gegeven. Deze zegel is alleen voor Goudse Kaas die is gemaakt van Hollandse melk van Hollandse koeien. En de kaas moet daarna minimaal 4 weken in Nederland hebben gerijpt. Op Hollandse planken…
Nederlanders zijn dol op kaas. Een Nederlander eet gemiddeld zo’n 17 kilo kaas per persoon per jaar. Toch zijn er veel landen in Europa waar ze meer kaas eten dan wij. Denen, Fransen en Duitsers eten respectievelijk 28, 26 en 24 kilo kaas per persoon per jaar.
Nederlanders worden geregeld kaaskoppen genoemd. Dat klopt natuurlijk ook, want we eten het graag, en onze Nederlandse kaas is wereldberoemd. Maar waar komt die bijnaam ‘kaaskoppen’ echt vandaan? Volgens onderzoekers stamt de bijnaam uit de tijd van Napoleon. Toen de Franse soldaten onze Goudse kazen dreigden te stelen, staken de Hollandse kaasboeren daar heldhaftig een stokje voor. Om hun hoofd tijdens de strijd te beschermen maakten zij helmen van de kaasvaten. Sindsdien worden kaasboeren ook wel kaaskoppen genoemd, en is deze geuzennaam eigenlijk voor alle Nederlanders.
Kaas is gemaakt van melk. Heel veel melk. Voor 1 kilo kaas is 10 liter melk nodig. En hoewel melk gezonde voedingsstoffen voor jouw lichaam bevat, heeft massale melkproductie (en dus ook kaasproductie) ook nadelige effecten op het milieu. Want koeien moeten van nature nu eenmaal veel poepen en boeren laten. Dat is zijn broeikasgassen. Omdat we in de wereld de uitstoot van broeikasgassen willen verminderen, werken boeren er aan om er voor te zorgen dat de uitstoot van deze gassen beperkt blijft.
Dan moeten we een tijdje terug in de geschiedenis. De Romeinen aten al kaas, dat noemden ze Caseus. Toen ook andere landen Caseus gingen eten verzonnen ze daar bijna allemaal een eigen woord voor. Wij maakten er Kaas van. De Duitsers Käse. De Engelsen Cheese. En de Spanjaarden noemen het Queso. Het lijkt best op elkaar en iedereen mag lekker zelf weten hoe ze kaas noemen. Bij ons is het simpel: kaas is kaas!
Omdat het lekker is. Dat lijkt een grap, maar daar begint het wel mee. Heel slimme mensen hebben uitgezocht wanneer mensen voor het eerst kaas zijn gaan eten en hoe ze op dat idee kwamen. Men denkt nu dat kaas is ontdekt door nomaden. Nomaden zijn mensen die geen vast huis hebben, maar steeds van plek naar plek reizen. Vroeger deden ze dat vooral met ezels, kamelen en paarden. Ze hadden melk bij zich en bewaarden die in zelfgemaakte zakken. Soms waren die zakken gemaakt van de maag van een kalf dat was doodgegaan. Omdat die magen met melk heen en weer slingerden tijdens het lopen van de ezel werd de melk na een tijdje steeds steviger. En uiteindelijk werd het kaas. Naja, niet de kaas die wij eten, maar wel iets dat daar op lijkt. Veel wetenschapers denken dat dit het begin is geweest van kaas. Er zijn ook onderzoekers die restjes melkvet vonden in kommetjes van mensen die zo’n 8000 jaar geleden leefden in landen die wij nu Roemenië en Hongarije noemen. We weten ook dat die mensen nog geen melk dronken, maar wel kaas maakten. En boter.
Yoghurt en kwark worden vaak op dezelfde manier gegeten, maar verschillen erg in smaak én bereidingswijze. Bij zowel yoghurt als kwark is de basis melk dat is aangezuurd door melkzuurbacteriën, ook wel culturen of fermenten genoemd. In yoghurt zitten altijd twee soorten melkzuurbacteriën: Lactobacillus bulgaricus en Streptococcus thermophilus. Zonder deze twee soorten bacteriën mag het officieel geen yoghurt heten.
Kwark bevat van oudsher andere melkzuurbacteriën dan yoghurt, maar tegenwoordig worden ook vaak yoghurtbacteriën gebruikt. Maar oorspronkelijk is kwark een verse kaas, omdat het net als kaas wordt gemaakt van gestremde melk. Bij yoghurt is dat niet het geval. Stremmen is eigenlijk het samenklonteren van melk. Dit gebeurt omdat de vaste stoffen in de melk zich scheiden van het vocht (wei).
Overigens wordt de kwark uit de supermarkt niet altijd volgens de traditionele manier gemaakt, maar lijkt het soms meer op ingedikte yoghurt dan kwark.
Griekse yoghurt is een dikke yoghurtsoort waarbij de bereidingswijze van oorsprong uit Griekenland komt. De yoghurt heeft een dikke en en romige structuur, omdat het vocht uit de yoghurt is gezeefd. Deze bereidingswijze is eigenlijk vergelijkbaar met de oer-Hollandse hangop, waarbij yoghurt eveneens wordt gezeefd, maar dan met een theedoek. Griekse yoghurt lijkt overigens veel op Turkse yoghurt die op ongeveer dezelfde manier wordt gemaakt, alleen is Griekse yoghurt iets vetter en heeft het een iets zoetere smaak.
Buiten voedingsstoffen heeft roomboter ook een vetgehalte dat tussen de 80 en 90% ligt. Dat is met name verzadigd vet. En omdat verzadigd erom bekendstaat niet goed te zijn voor de gezondheid, kun je er beter niet te veel of te vaak van eten. Er bestaan ook botersoorten met minder vet, zoals halfvolle boter met de helft minder vet. Als je gezond en gevarieerd eet, is het geen probleem om af en toe roomboter op je boterham te smeren. Het gaat om de juiste balans.
Als je een melkallergie hebt betekent dit dat je afweersysteem een allergische reactie geeft op de eiwitten die in de melk zitten. Gevolgen hiervan kunnen onder andere zijn: jeuk, darmkrampen, diarree, eczeem, astma en groeiachterstand (bij kinderen).
Meer lezen over verschillende allergieën en gezondheidsthema’s?
Gezondheidsthema's