Informatie voor je spreekbeurt over ‘Van koe naar koelkast’
Zonder koe geen zuivel! Of wacht, toch wel. Je kunt ook zuivel maken van melk van geiten, schapen of zelfs kamelen! Maar wij hebben het hier over de koe. In Nederland wordt de meeste zuivel gemaakt van koeienmelk.
Van melk kun je bijvoorbeeld yoghurt, kaas of karnemelk maken. Producten van melk noem je zuivel, of zuivelproducten.
Twee keer per dag worden de koeien gemolken met de melkmachine. Op sommige melkveebedrijven worden de koeien drie keer op een dag gemolken. Elke koe geeft ongeveer 25 liter melk per dag! Er zijn ook boeren die een melkrobot gebruiken. Dan bepalen de koeien zelf wanneer ze gemolken willen worden.
De melk van de koeien gaat naar de melktank, waar de melk lekker koel blijft. Eens in de paar dagen komt de tankwagen van de melkfabriek langs om de tank te legen. Het gaat dan via een slang naar de tankwagen.
De chauffeur van de tankwagen controleert of de melk van goede kwaliteit is. Hierna brengt hij de melk naar de fabriek.
In de zuivelfabriek wordt de melk nog een keer gecontroleerd op kwaliteit en daarna verhit. Dit verhitten heet pasteuriseren. Hierdoor gaan bacteriën dood.
Van de melk maken ze in de fabriek verschillende soorten zuivel. Elke fabriek maakt andere producten, zoals kaas, melk, toetjes, verse melk of melkpoeder.
Als de zuivelproducten klaar zijn, gaan ze met een vrachtwagen naar de winkel. Daarna worden ze door een vakkenvuller in het goede schap gelegd.
Zo zijn er schappen vol met verschillende soorten melk, verschillende soorten kaas en heel veel verschillende soorten toetjes. In de winkel zijn er enorm veel zuivelproducten om uit te kiezen!