Informatie voor je spreekbeurt over ‘Duurzaam op de boerderij’
Een boer zorgt voor het grasland, de bodem, de natuur en dieren rond de boerderij. Hij probeert bijvoorbeeld producten te hergebruiken, zuinig te zijn met water en licht en zelf energie op te wekken.
De mest van de koeien kan ook opnieuw worden gebruikt. Door de mest uit te rijden op het land gaat het gras harder groeien of de mest wordt omgezet in biobrandstof.
Een melkkoe wordt in Nederland gemiddeld 5 à 6 jaar oud. De gezondheid van een koe en bedrijfseconomische motieven spelen een rol bij hoe oud een koe wordt.
Gezonde koeien geven meer melk en dat zorgt voor een goed inkomen van de boer en het gezin. De boer houdt de koeien dus goed in de gaten. Door goed te kijken naar de koeien weet een boer of een koe gezond is. Een gezonde koe heeft heldere ogen en gedraagt zich kalm en rustig. Ze heeft een rechte rug en een glanzende vacht. Ze voelt zacht en lekker warm aan.
Er zijn ook apparaten die de koeien in de gaten kunnen houden. De boer bespreekt de gezondheid van zijn koeien ook met de dierenarts.
Koeien leven in de wei en in de stal. Van maart tot november gaan de koeien op de meeste melkveehouderijen zoveel mogelijk naar buiten in de wei. In de winter wonen de koeien in de stal. Vaak is dit een halfopen stal, met voldoende ruimte, licht en frisse lucht. De koeien kunnen dan zelf naar binnen en naar buiten lopen. Ook is het schoon in de stal en heeft elke koe een fijne zachte plek om te liggen. Een ligplek is ongeveer 1,15 m breed en 2,50 m lang.
Bekijk de Boerderij van JetKoeien die grazen in een weiland zijn een bekend Nederlands plaatje. Grazende koeien in de wei noem je ook wel weidegang.
Veel boeren vinden de weidegang heel belangrijk, omdat de koeien in de wei helemaal zichzelf kunnen zijn. En koeien die veel buiten grazen, geven betere melk.
In Nederland komen op ruim 83% van de melkveebedrijven de koeien regelmatig buiten.
Er zijn verschillende manieren om zuinig met het gebruik van water om te gaan. Bijvoorbeeld door het water dat de boer gebruikt om de melkmachine mee schoon te maken op te vangen en daarna te gebruiken om de stal mee te poetsen. Daarmee kan de boer waterverspilling zoveel mogelijk voorkomen.
Ook kan de boer water uit de sloot gebruiken, als de waterkwaliteit goed is.
Boeren gebruiken veel energie op de boerderij. Niet alleen voor de melkmachine, maar ook voor andere apparatuur en handige robots, zoals de mestrobot en de voerrobot.
De boer kan zijn energieverbruik beperken door zuinig om te gaan met licht. Bijvoorbeeld door goed op te letten dat de lichten in de stal niet aanstaan als het niet nodig is. Sommige boeren maken gebruik van groene stroom. Stroom uit windmolens en zonnepanelen is groen, want het raakt nooit op en er komen geen schadelijke gassen vrij. Er zijn ook boeren die eigen groene energie opwekken door bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak van de stal te plaatsen.
Sommige koeien krijgen als onderdeel van hun menu etensresten van de aardappelfabriek of de bierbrouwerij. Dat zijn gezonde etensresten voor koeien. Zo hoeven boeren zo min mogelijk eten weg te gooien en helpen ze voedselverspilling te voorkomen.
Ook de mest van de koeien kan opnieuw worden gebruikt. Door de mest uit te rijden op het land gaat het gras harder groeien. Daar komen dan weer insecten en vogels op af.
In de natuur zijn dieren en planten van elkaar afhankelijk. Dat begint al bij wilde bloemen en insecten. En de insecten zijn weer het voedsel van vogels en andere beestjes. Grotere dieren eten vervolgens weer die vogels, egels of mollen.
Voor de natuur is het belangrijk dat er veel verschillende soorten zijn. Variatie in planten en dieren zorgt voor een evenwichtige natuur.
Ook boeren profiteren van goede biodiversiteit. Een kringloop waarin planten, vogels, bodemdieren en bodembacteriën allemaal een rol hebben zorgt voor betere melk.
In het voorjaar broeden weidevogels zoals de kievit, grutto en tureluur in de wei van de koe. De boer kan deze vogels beschermen door een lint bij hun nesten te plaatsen. Dan ziet de boer met maaien waar de nesten zijn en rijdt hij er niet tegenaan. Zo kunnen de vogels hun eieren rustig uitbroeden.
Sommige boeren laten delen van hun weiland onder water lopen zodat er een ‘plas dras’ ontstaat. Dat is heel fijn voor weidevogels, ze vinden er rust en voedsel.
Boeren zorgen voor de natuur rond de boerderij. Als een boer het grasland en de slootkanten minder vaak maait kunnen de planten en insecten in en rond de sloot de kans krijgen om te groeien. En dat is goed voor vogels en andere kleine dieren die van er van leven.
Ook planten sommige boeren bomen en hagen zodat daar beestjes in kunnen leven. Zo krijgen vogels, insecten, kruiden en bloemen de ruimte.