Informatie voor je spreekbeurt over ‘Duurzaam op de boerderij’
Een boer zorgt voor het grasland, de bodem, de natuur en dieren rond de boerderij. Hij probeert bijvoorbeeld producten te hergebruiken, zuinig te zijn met water en licht en zelf energie op te wekken.
De mest van de koeien kan ook opnieuw worden gebruikt. Door de mest uit te rijden op het land gaat het gras harder groeien.
Er zijn verschillende manieren om zuinig met het gebruik van water om te gaan. Bijvoorbeeld door het water dat de boer gebruikt om de melkmachine mee schoon te maken op te vangen en daarna te gebruiken om de stal mee te poetsen. Daarmee kan de boer waterverspilling zoveel mogelijk voorkomen.
Ook kan de boer water uit de sloot gebruiken, als de waterkwaliteit goed is.
Boeren gebruiken veel energie op de boerderij. Niet alleen voor de melkmachine, maar ook voor andere apparatuur en handige robots, zoals de mestrobot en de voerrobot.
De boer kan zijn energieverbruik beperken door zuinig om te gaan met licht. Bijvoorbeeld door goed op te letten dat de lichten in de stal niet aanstaan als het niet nodig is. Sommige boeren maken gebruik van groene stroom. Stroom uit windmolens en zonnepanelen is groen, want het raakt nooit op en er komen geen schadelijke gassen vrij. Er zijn ook boeren die eigen groene energie opwekken door bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak van de stal te plaatsen.
Sommige koeien krijgen als onderdeel van hun menu etensresten van de aardappelfabriek of de bierbrouwerij. Dat zijn gezonde etensresten voor koeien. Zo hoeven boeren zo min mogelijk eten weg te gooien en helpen ze voedselverspilling te voorkomen.
Ook de mest van de koeien kan opnieuw worden gebruikt. Door de mest uit te rijden op het land gaat het gras harder groeien. Daar komen dan weer insecten en vogels op af.
In het voorjaar broeden weidevogels zoals de kievit, grutto en tureluur in de wei van de koe. De boer kan deze vogels beschermen door een lint bij hun nesten te plaatsen. Dan ziet de boer met maaien waar de nesten zijn en rijdt hij er niet tegenaan. Zo kunnen de vogels hun eieren rustig uitbroeden.
Sommige boeren laten delen van hun weiland onder water lopen zodat er een ‘plas dras’ ontstaat. Dat is heel fijn voor weidevogels, ze vinden er rust en voedsel.
Boeren zorgen voor de natuur rond de boerderij. Als een boer het grasland en de slootkanten minder vaak maait kunnen de planten en insecten in en rond de sloot de kans krijgen om te groeien. En dat is goed voor vogels en andere kleine dieren die van er van leven.
Ook planten sommige boeren bomen en hagen zodat daar beestjes in kunnen leven. Zo krijgen vogels, insecten, kruiden en bloemen de ruimte.