Informatie voor je spreekbeurt over ‘De koe’
Een koe is 9 maanden zwanger. Dat wordt drachtig genoemd. Als een koe een jong krijgt, noem je dat een kalf. Een kalf van 1 jaar noem je een pink. Een jonge koe die voor het eerst zelf een kalf heeft gekregen heet een vaars. En als het dier nog meer kalveren heeft gekregen, dan heet ze een koe.
Alleen als een koe een kalf heeft gekregen, geeft ze melk. Na de geboorte van het kalf geeft ze ongeveer 10 maanden melk. Elk dag gemiddeld zo’n 25 liter.
Hoe maakt een koe melk? Nou, dat zit zo! Een koe eet veel gras, wel 6 tot 9 uur per dag. Ze slikt het gras door zonder te kauwen. Na het eten van al dat gras gaat ze liggen om te herkauwen.
Een koe heeft 4 magen, want gras is moeilijk te verteren. Na het eten komt het gekauwde gras vanuit haar eerste maag weer terug in de mond. Dan gaat het naar de tweede, derde en vierde maag.
De koe neemt voedingsstoffen op uit het gras en het voer. Dit zijn stoffen die de koe nodig heeft om gezond te blijven, maar ook om melk te maken. De melk maakt ze in haar uier.
De 4 magen heten de pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag.
Pens: Het gras komt eerst in de pens (1), de grootste maag van de koe. Als de pens vol is, komt het gras in kleine stukjes terug in de mond van de koe. Ze gaat het gras herkauwen.
Netmaag: De koe verteert het herkauwde gras in de netmaag (2).
Boekmaag: In de boekmaag (3) wordt het vocht uit het bijna verteerde gras gehaald.
Lebmaag: In de lebmaag (4) wordt het voedsel nog fijner gemaakt. De darmen (5) kunnen het nu opnemen.
Een koe eet wel 60 kilo voer. Het grootste deel van haar dagelijks menu bestaat uit vers of gedroogd gras. De koe eet verder ook nog maïs, krachtvoer, vitamines en mineralen.
Daarnaast drinkt een koe wel 100 liter water per dag, dat zijn 10 tot 15 emmers vol. Op een warme dag misschien nog wel meer.
Een koe heeft water nodig om af te koelen én voor het maken van melk.
Koeien moeten gele oormerken hebben met daarop een nummer. Aan dat nummer kan de boer precies zien wie ze is. Dat nummer staat in het koeienpaspoort. Daarin staan ook de naam, geboortedatum en woonplaats van de koe.
Van alle koeien in Nederland worden de nummers bewaard in 1 computer. Zo weten we precies waar elke koe woont en waar de melk vandaan komt. Dat is belangrijk om te weten als iets niet goed is gegaan. Dat gebeurt gelukkig bijna nooit, maar als per ongeluk een verkeerd stofje in de melk zit, dan kan die lading melk snel worden opgespoord.