5 dingen die je nog niet wist over vla
Het is superlekker, er zijn tientallen varianten en iedereen heeft zijn favoriet. Vla! Wij Nederlanders vinden dit heerlijke toetje vanzelfsprekend. Maar dat is het natuurlijk niet! Vijf verrassende weetjes over vla.
1. ‘Vla’ is meer dan 900 jaar oud!
Iedereen is er mee opgegroeid. Dus dat vla al ‘lang’ bestaat, weten we allemaal. Maar 900 jaar? Het is echt waar. In de dertiende eeuw aten mensen het al. Alleen heette het toen ‘vlade’ en was het een dunne brede koek. Die koek ging driehonderd jaar later via ‘vlae’ langzamerhand ‘vlaai’ en ‘vla’ heetten. De koek kreeg een vulling en die vulling gingen mensen in het westen van Nederland apart eten. Pas toen werd het een toetje.
2. Alleen in Nederland
Vla is een echt Nederlands product. Probeer maar eens een pak te krijgen in het buitenland! Dat gaat als je geluk hebt alleen lukken in België en Duitsland. Ook daar heet het ‘vla’, want er is geen echte vertaling voor. En Engelse ‘custard’ dan? Dat is geen echte vla! Lees hieronder waarom.
3. Er zijn regels!
Vla mag niet zomaar vla heten. De regels volgens de Nederlandse Warenwet: vla moet minstens voor de helft uit koemelk bestaan met een melkvetpercentage van 2,6% en zetmeel moet een kenmerkend bestanddeel zijn. Traditioneel is het een mengsel van gekookte melk en eieren (custard), vanille en suiker. Tegenwoordig is het een verhitte mix van melk met zetmeel, suiker, geurstoffen, kleurstoffen en smaakstoffen.
4. Dubbelvla is geen wonder
Hoe is het toch mogelijk dat dubbelvla zo netjes uit het pak komt? Een wonder? Bijna. De twee delen vla mengen niet omdat het pak tot aan de nok toe vol zit én omdat de twee verschillende soorten vla precies even dik en zwaar zijn.
5. Je kunt vanillevla ook gewoon zelf maken
Met melk, slagroom, een vanillestokje, eieren en witte basterdsuiker kun je zelf vanillevla maken. Er zijn tientallen lekkere varianten. Denk aan bitterkoekjespudding, trifle, of gebakken appels met vanillevla. Loopt het water je al in de mond?