Boter bevat dezelfde voedingsstoffen die ook in melk en kaas zitten, zoals vitamine A, B12, D en E. Daarnaast bevat boter ook calcium en kalium. Omdat de basis melk is, is boter echt een natuurproduct. Boter bevat wel veel verzadigd vet. Daarom staat het niet in de Schijf van Vijf. Voor af en toe dus!
Roomboter (boter) is een smeerbaar vet gemaakt van melk. Boter bestaat vooral uit afgeroomde melk (room) en een klein beetje water. Om 1 kilo boter te maken, is de room van ongeveer 25 liter melk nodig.
Roomboter bevat vitamine A, D en E en mineralen zoals calcium en kalium. Boter heeft een vetgehalte van tussen de 80 en 90%. Het bevat vooral verzadigd vet en staat daarom niet in de Schijf van Vijf. Daarnaast wordt boter verkocht in twee varianten: gezouten en ongezouten.
Boter is een beschermde naam, om boter te heten moet een product minstens 80% melkvet bevatten. Er is ook halfvolle boter; die moet een vetgehalte hebben van 40%.
Boter bevat verschillende goede voedingsstoffen zoals eiwit, vetten, vitamines en calcium:
1 eetlepel (15 gram) roomboter bevat de volgende voedingswaarden:
Boter is al eeuwenlang favoriet in Nederland. Zo vind je in veel receptenboeken uit de Gouden Eeuw (1600-1700 na Christus) verschillende gerechten terug met melk, boter en kaas als ingrediënt. Vooral in de steden at men in die tijd vaak een boterham met boter en kaas. Inderdaad, allebei. Destijds vonden veel mensen dat eigenlijk maar dubbelop. Toch was zelfs de stadhouder van Holland, Prins Maurits van Oranje, er dol op. Toen hij een keer bij een boer op bezoek was en een boterham met boter en kaas smeerde, vond de boer dat overdreven luxe. Er is dan ook een spreuk die luidt: zuivel op zuivel is voer voor de duivel. Dit gezegde kun je vandaag de dag vergelijken met ‘overdaad schaadt’.
Maar ondanks dat men het dubbelop vond, at iedereen die het zich kon veroorloven boter met kaas op brood. Buiten het feit dat men het toen lekker vond, werd het ook als gezond en in sommige gevallen zelfs als medicijn ervaren. Zo werd het, samen met enkele andere ingrediënten, voorgeschreven als medicijn tegen obstipatie en keelpijn. Daarnaast werd gesmolten boter ook gebruikt als bodylotion voor pasgeboren baby’s. Overigens waren mensen in de Gouden Eeuw zó dol op boter en kaas dat je een meisje waar je verliefd op was ‘mijn zoete botertje’ noemde en een lief kind ‘mijn gouwe kasie’.
Inmiddels kennen we veel soorten boter. Roomboter bevat 82% vet, halfboter (of halfvolle boter) is boter met 40% vet. Grasboter is gemaakt van melk uit de periode dat de koeien in de wei lopen en vers gras eten. Aan kruidenboter zijn verschillende kruiden toegevoegd. En bij braadboter is bijna al het vocht uit de boter gehaald. Deze boter bevat maar liefst 97% vet. Er is ook nog gezouten en ongezouten boter. Gezouten boter bevat maximaal 2 procent zout.
Roomboter bevat 82% vet, 16% vocht en 2 gram vetvrije bestanddelen zoals eiwitten, vitamine A, B12, B2 en E, mineralen (calcium, kalium en fosfor) en melksuiker. De meeste Nederlanders gebruiken ongezouten boter, maar er bestaat ook gezouten boter. Gezouten boter bevat maximaal 2% zout.
Grasboter is gemaakt in de periode dat koeien voor het eerst weer in de wei lopen in de lente. Dankzij het verse gras is het melkvet anders van samenstelling, waardoor deze boter onder andere beter smeerbaar is. Kruidenboter is een boter met verschillende kruiden en vaak ook met knoflook.
Bij braadboter is het vocht grotendeels onttrokken. Hierdoor bevat het 97% vet. Mede daardoor is het bijzonder geschikt voor bakken en braden. Aan braadboter is een aantal stoffen toegevoegd, waardoor de boter sneller bruin kleurt en minder spettert.
Als je verse melk van een koe een tijdje laat staan, komt er vanzelf een laagje ‘vet’ op. Dat laagje noemen we room.
Deze room bestaat uit allemaal verschillende vetbolletjes, waar vliesjes omheen zitten. Door de room hard te schudden of te stampen – oftewel karnen – gaan die vliesjes kapot waardoor de vetbolletjes aan elkaar kleven en dus samenklonteren. Het vet wordt vervolgens gepasteuriseerd (hoog verhit) waarna het vocht van het vet wordt gescheiden, waardoor boterkorrels en magere melk ontstaan.
Als je maar lang genoeg schudt of stampt, ontstaat er vanzelf boter. Alhoewel.. bijna vanzelf. Er moeten wel nog wat melkzuursels aan toegevoegd worden zodat de boter de gewenste smaak krijgt. Dit zijn goede bacteriën.
Als je het vervolgens nog even goed kneedt is de boter klaar.
Margarine lijkt op boter, maar is geen zuivelproduct. Het is net als boter een smeerbaar vet, maar dan gemaakt van plantaardige oliën. Het wordt in de fabriek gemaakt van dierlijke en plantaardige vetten zoals visolie en soja-olie. Hier worden stoffen aan toegevoegd als zout, emulgatoren, conserveringsmiddelen en kleurstoffen. Margarine bevat evenveel vet als boter. Omdat de vetten van margarine van nature niet de vitamines A en D bevatten, moeten deze worden toegevoegd. Deze wettelijke verplichting is ingevoerd met het oog op de volksgezondheid. Van margarine bestaan er ook varianten met een lagere hoeveelheid vet. Bijvoorbeeld halvarine, dat bestaat voor zo’n veertig procent uit vet.
Het smeltpunt van boter ligt meestal tussen de 26 en 32°C.
Buiten voedingsstoffen heeft roomboter ook een vetgehalte dat tussen de 80 en 90% ligt. Dat is met name verzadigd vet. En omdat verzadigd erom bekendstaat niet goed te zijn voor de gezondheid, kun je er beter niet te veel of te vaak van eten. Er bestaan ook botersoorten met minder vet, zoals halfvolle boter met de helft minder vet. Als je gezond en gevarieerd eet, is het geen probleem om af en toe roomboter op je boterham te smeren. Het gaat om de juiste balans.
Boter en margarine lijken veel op elkaar als je ze naast elkaar ziet. Sterker nog, de meeste Nederlanders noemen ze vaak ook hetzelfde. Als jij vraagt: ‘Mag ik de boter even?’, dan kan dat echte boter (roomboter) zijn of margarine. Maar het zijn toch twee totaal verschillende producten. Boter wordt gemaakt van de melk van de koe. Margarine wordt niet van melk gemaakt, maar van oliën en vetten. Omdat boter van oorsprong wordt gemaakt van melk, noemen ze dat ook ‘echte’ boter, of roomboter.